Toegankelijkheid volgens Roy: over impactanalyses, empathie en praatplaten

Serie Digitale Toegankelijkheid (2)

Zorgen dat je boodschap bij iedereen aankomt. Oók bij mensen met een visuele beperking, laaggeletterden, anderstaligen en minder digitaal vaardigen. Hoe pak je dat aan? Roy Hendriks - toegankelijkheidsspecialist van het eerste uur - vertelt erover. ‘Álle doelgroepen goed bedienen: dat is de uitdaging.’ 

210330_OSAGE Deelt_Interview Guido_RM43(1).png

Waarom toegankelijkheid zo belangrijk is

Roy Hendriks, partner en senior ontwerper bij OSAGE: “Toegankelijkheid is een wettelijke eis voor overheidsinstellingen. Dat betekent dat je je communicatie toegankelijk moet maken voor iedereen. Onder andere voor blinden en slechtzienden, kleurenblinden, laaggeletterden en mensen met autisme. Als je al die groepen bij elkaar optelt, zijn dat 5,3 miljoen mensen in Nederland. Het is dus best een groot deel van je doelgroep.

Maar toegankelijkheid is niet alleen een basisvoorwaarde voor mensen met een beperking. Het is fijn voor iedereen. Veel organisaties zien het als een verplicht nummer. Maar als je het positiever framet, dan is het een mogelijkheid om bij te dragen aan de eigenwaarde en zelfstandigheid van doelgroepen. Dat is eigenlijk een veel mooier motto.” 

Hoe kun je al die groepen goed bedienen?

“Daar heb je goed beleid voor nodig. Normaal gesproken hebben gemeenten beleid voor de openbare ruimte. Bijvoorbeeld over hoe je een pand kunt binnenkomen. Maar heb je het over digitale toegankelijkheid? Dan wordt het al gauw als een technisch probleem gezien dat softwarematig opgelost moet worden. Dan komt het probleem bij een technisch iemand te liggen. Maar het is zo belangrijk om breder te kijken dan alleen toegankelijkheid vanuit technisch oogpunt! Het is eigenlijk een communicatievraagstuk.”

Waar begin je?

“Je begint met het maken van een analyse: zijn er bepaalde groepen oververtegenwoordigd in je doelgroep? Als het aantal ouderen bijvoorbeeld heel groot is in je doelgroep: wat betekent dat dan voor je communicatie? Of veel migranten, laaggeletterden, digibeten, etcetera. Als je weet dat een bepaalde doelgroep oververtegenwoordigd is, is het slim om een alternatief aan te bieden. Voor een digibeet is een papieren middel bijvoorbeeld heel wenselijk. Ooit wilde de Belastingdienst stoppen met de blauwe envelop. Maar in hoeverre is dat realistisch als een grote groep Nederlanders geen digitale inbox heeft, zelfs geen computer thuis?

De intentie zou eigenlijk empathie voor je doelgroep moeten zijn. Zie het echt als een win-winsituatie voor je organisatie op het moment dat je een analyse hebt gedraaid op al die groepen.”

Is dat goed uitvoerbaar?

“Je ziet dat er steeds meer kanalen en doelgroepen bijkomen. Als je het met hetzelfde communicatiebudget moet doen, is dat best wel een uitdaging. Want dan moet je opeens meerdere documenten onderhouden. Het gaat van bewegwijzering tot en met social media tot en met alles wat je in het verleden ontwikkeld hebt aan visuals.

Als je bureaus goed inschakelt voor dit proces, dan kun je geld uitsparen. Doordat je na gaat denken over: welke doelgroep ga ik bedienen? Waar steken we extra energie in? Hoe kunnen we dat effectief doen door niet twee maar één documentstroom te hebben? Hoe kunnen we uitfaseren? Zo’n impactanalyse is essentieel. Je wilt álle groepen zo goed mogelijk bedienen. Dat is eigenlijk de uitdaging.”

Visuals moet je dus ook toegankelijk maken voor blinden?

“Ja. Een praatplaat is vaak een samenvatting van heel veel content, waarin je in één keer overzicht hebt. Maar als je daar alleen de tekst leest, dan is het eigenlijk niet te bevatten. Dus wat doe je dan voor een blinde? Ga je dan de alt-tekst heel anders schrijven dan de inhoud voor de ziende? Ga je omschrijven wat je ziet? Of wil je blinden hetzelfde gemak geven van een totaaloverzicht, los van lappen tekst?

Dat laatste betekent dat je hele slimme tabellen moet maken waar iemand een structuur in kan ontdekken en makkelijk doorheen kan navigeren. Als je bijvoorbeeld een praatplaat hebt die uit allemaal cirkels bestaat - een soort schietschijf - waar de essentie in het midden staat. En waar vlakken dezelfde kleur hebben omdat ze in verbinding met elkaar staan. Hoe ga je dat als een matrix gemakkelijk maken voor blinden? Dat vergt tijd, energie, denkpower en creativiteit om dat soort noten te kraken. Maar het kán wel.”


In de 3-delige serie Digitale Toegankelijkheid vertellen toegankelijkheidsexperts van OSAGE over hun werk. Lees ook het interview met Guido den Hoed over het toegankelijk maken van pdf’s. En het gesprek met Laura Tejedor en Floor Schrijvers over toegankelijke webteksten. 


Heb je een vraag over toegankelijkheid?
Neem dan contact op via roy@osage.nl. Wij helpen je graag verder!




Previous
Previous

In gesprek met Laura en Floor: toegankelijke webteksten = winst voor iedereen

Next
Next

De grondige analyse van Guido: hoe OSAGE pdf’s toegankelijk maakt